vrijdag, september 28, 2012

Mobilisme: het laatste taboe?

Zo had het in Wikipedia kunnen staan:
Mobilisme is het vellen van een waardeoordeel op grond van iemands mobiliteitskeuze. Dit kan leiden tot discriminatie waarbij mensen verschillend behandeld worden, bijvoorbeeld in taalgebruik, op grond van hun vervoerswijze, wat vaak verkeersagressie opwekt. Mobilisme kan leiden tot verkeerde keuzes in ruimtelijke ordening, verkeersveiligheid en duurzaamheid. Het omgekeerde van mobilisme is mobiliteitsneutraliteit, ook wel multi-modaliteit genoemd.

Het woord mobilisme wordt ten onrechte vaak gebruikt in associatie met mobiliteit, zoals bij het woord 'automobilist' waarmee eigenlijk een autobestuurder wordt aangeduid, en niet iemand dit zich bezondigd aan auto-mobilisme.

Omwille van diverse menselijke en milieuredenen wordt een positieve discriminatie wenselijk gevonden bij het ontwerpen van leefbare steden. Dit staat bekend als het STOP-principe: eerst Stappers, dan Trappers, dan Openbaar vervoer, en tenslotte persoonlijk vervoer. Het mobilisme als maatschappelijjk ongewenste discriminatie werd in 2012 in de actualiteit gebracht door diverse aanstootgevende uitspraken van boerenburgemeester Erik De Wispelaere.

Het mobilisme komt in vele facetten voor en is daarom soms moeilijk te herkennen: automobilisten die parkeren of stilstaan op voetpaden, wielertoeristen die wandelaars en trage fietsers van de jaagpaden rijden, het anti-MAMIL sentiment bij bicycle-chic fietsers, bakfietsmama's of plooifietsers die zich meer waard achten dan andere fietsers, etc.
Ik viel gisteren bij het lezen van de Morgen bijna uit de zetel toen ik het interview las met Erik De Wispelaere, burgemeester van Evergem. Dat het hoofd van de lokale politie, en de aldus hoogste verantwoordelijke voor de veiligheid in een gemeente, de schuld voor het doodrijden van zachte weggebruikers bij diezelfde weggebruikers legt, vond ik er toch ver over.
Ik ken niemand die met de fiets rijdt enkel met het doel om doodgereden te worden. Net zo min kleden vrouwen zich 'uitdagend' om vervolgens in Brussel gepest te worden. De uitspraken die dergelijk oneerbaar gedrag moeten goedpraten vallen steevast onder discriminatie, zoals racisme, seksisme en mobilisme.

Negatief mobilisme is een duidelijke discriminatie van zachte weggebruikers tegenover autogebruikers, en het zou dan ook moeten aangeklaagd worden bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Ook het gebruik wan de term 'zwakke' en 'sterke' weggebruiker komt voort uit negatief mobilisme, het is moreel correcter om te spreken over 'zacht' en 'hard' daar dit overeenkomt met het letselrisico. Zolang deze discriminatie niet algemeen word veroordeeld, zal er niet veel ten goede veranderen.

In de VS werd een burgeroorlog gevoerd omwille van slavernij, begin vorige eeuw waren er betogingen voor algemeen stemrecht of voor vrouwenrechten, in Zuid-Afrika werd de apartheid afgeschaft. Geen enkele van die grote maatschappelijke veranderingen vond plaats zonder dat er doden vielen. Elke dag vallen er op onze wegen verkeersdoden. Het is hoge tijd voor een nieuwe grote maatschappelijke verandering.

Bij het inrichten van de openbare ruimte werden zachte weggebruikers duidelijk gediscirmineerd ten opzichte van de de autogebruikers.

Roel de Cleen van de Fietsersbond was sneller met reageren. Voor de volledigheid geef ik nog even de tekst van het bewuste interview:
Interview
‘Fietsers en voetgangers, draag fluovestjes als het donker wordt’
BRUSSEL In het OostVlaamse Evergem zijn deze week drie fietsers en voetgangers overleden nadat ze door een auto werden aangereden. De zwarte verkeersweek is volgens burgemeester Erik De Wispelaere (CD&V) toch deels te wijten aan de fietsers en voetgangers zelf.
“De omstandigheden van de ongevallen zijn verschillend. Een vrouw fietste na haar nachtdienst naar huis, een jongeman werd doodgereden door een dronken chauffeur en een andere vrouw stak het voetpad over toen ze werd aangereden. De onderzoeken lopen, maar ik stel vast dat zichtbaarheid belangrijk is. Daarom pleit ik ervoor fluohesjes te verplichten als het donker is. Onlangs nog reed ik ‘s nachts naar huis en zag ik een fietser zonder licht en met donkere kledij. Zo ben je onzichtbaar. Helaas vinden jonge mensen zo’n hesje belachelijk.”

Draait u de verantwoordelijkheid zo niet om? Moet de automobilist niet zorgen dat hij niemand omver rijdt?
Het is een en-en-verhaal. Chauffeurs moeten attent de baan op en ze moeten hun snelheid in de gaten houden. Maar toch: ik woon aan een drukke baan waar elke dag kinderen op de fiets passeren. Als ik hen voorstel lichte kledij aan te trekken hebben ze daar geen oor naar.”

Is het niet aan de gemeente om de infrastructuur zo aan te passen dat kinderen veilig naar school kunnen fietsen?
“Het draait ook om attitude. Op zebrapaden hebben voetgangers voorrang, dus steken ze vaak de baan over zonder te kijken. Ze gaan ervan uit dat de automobilisten hen hebben gezien. Meestal lukt dat, tot het één keer niet pakt.”
Verkeersdeskundigen merken op dat er een verband bestaat tussen auto- vriendelijkheid en het aantal verkeersslachtoffers.
“Goh. Ik ben een burgemeester, geen verkeersdeskundige. En ja, een klein deel van de automobilisten zal zich gedragen als cowboys. Maar dat is van alle tijden.” 
Dus: de schuld van die ongevallen ligt bij de zwakke weggebruikers?
“Een betere zichtbaarheid, dat zou toch veel kunnen voorkomen.” (LB)

5 opmerkingen:

  1. Waarom niet dichter bij huis zoeken ? Ik had hier eigenlijk een verwijzing verwacht naar het artikel in de InfoLeuven van de Streekkrant 19/9. "Nieuw schooljaar, nieuwe fietsers" kopte de politie daar. Als papa die zich dagelijks met z'n drie kleine fietsende kindjes door het Leuvense verkeer richting school waagt, was ik verheugd dat de politie de weggebruikers aanmaande tot voorzichtigheid nu er veel nieuwe fietsertjes op de baan zijn. Niets was echter minder waar: het artikel is een langgerekte vingerwijzing naar die o zo onverantwoorde fietser. Onder de veelzeggende subtitels: ‘vereerder veronderstellingen’, ‘voorbeeldfunctie’ en ‘ook dat nog’. En uiteraard: “ook ouders dragen best een fietshelm en een fluovestje”. In de laatste drie zinnen waagt men er zich ook aan die arme autobestuurder even te zeggen wat er van hem wordt verwacht: “wat gas terugnemen, zeker in de schoolomgeving” en “niet parkeren op voet- en fietspaden”. Zo, nu kunnen we met een gerust hart naar school.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, puur mobilisme. Helaas is het stadsbestuur er helemaal van doordrongen. Zo geloven ze dat een zone 30 een stad automatisch autoluw maakt, niet dus. Wat is de droom van onze Mo? "Een veilige fietsstad met hoffelijke fietsers", dus fietsers als oorzaak van onhoffelijkheid. Het bewuste artikel ligt op de stapel voor verwerking, het komt dus nog aan bod.

      Verwijderen
  2. Ik kreeg ook de kriebels en een knoop in mijn maag bij het interview.
    Ik stel voor dat elke automobilist een jaar zijn verplaatsingen met de fiets doet. Kwestie van proefondervindelijk leren hoe het loopt als fietser in het verkeer. De auto blijft Koning Auto!!: Waarom zijn beleidsmensen zo blind ?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. We vragen toch ook niet aan (geparkeerde) auto's om een fluo bedekking aan te doen?

    Vraag mij echt af welke van de politieke partijen in Leuven het vriendelijkst is voor de zwakke gebruiker? Ik dacht aan Groen, maar sp.a belooft het stadscentrum (binnen de ring) autovrij te maken. Zal nog moeilijke keuze worden de 14de oktober, wanneer we ons -uiteraard per fiets- naar het stemlokaal begeven

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. John,

      misschien zoals Erik hier hoger stelt de term "zwakke weggebruiker" schrappen uit je vocabularium. ;-)

      "het gebruik van de term 'zwakke' en 'sterke' weggebruiker komt voort uit negatief mobilisme, het is moreel correcter om te spreken over 'zacht' en 'hard' daar dit overeenkomt met het letselrisico. Zolang deze discriminatie niet algemeen word veroordeeld, zal er niet veel ten goede veranderen."

      Verwijderen